Welke impact heeft behandeld zaaigraan op akkervogels?

2 november 2023

Zowel voor het telen van winter- als zomergranen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van behandeld zaaigoed. Daarbij wordt een actieve stof met gewasbescherming als een coating rond het zaad aangebracht tegen plaagziektes. De werking is zogenaamd ‘systemisch’ - de plant neemt bij het kiemen en groeien de stoffen uit de coating op om beschermd te worden - en is een alternatief op het klassiek bespuiten van planten met actieve stoffen. Of dat duurzamer is, hangt mogelijks af vanuit welk perspectief je het bekijkt. 

In de bijsluiter van de gebruikte coating-producten wordt namelijk rechtstreekse blootstelling aan wilde dieren steeds afgeraden. Maar omdat wintervoedsel voor akkervogels nu eenmaal schaars is, zijn pas ingezaaide graanpercelen net aantrekkelijk voor verschillende (akker)vogelsoorten om zich daar te komen voeden. Wie het veld in trekt wanneer akkers worden ingezaaid met granen, kan dat vaak met eigen ogen vaststellen. 
 

Vogels fouragerend op akker met pas ingezaaide zomertarwe

Wie het veld in trekt wanneer akkers worden ingezaaid met granen, kan vaak met eigen ogen vaststellen hoe verschillende soorten vogels zich komen voeden

 

 

In Vlaanderen wordt jaarlijks gemiddeld zo'n 90.000ha granen gezaaid. Het leeuwendeel gaat over wintergranen met zaai in het late najaar en vroege winter en slechts een klein deel gaat over  zomertarwe of -gerst in de lente. Voor de graanteelt wordt in Vlaanderen, uitzonderingen en biolandbouw nagelaten, quasi uitsluitend met gecoat zaaigoed gewerkt.. Ook op beheerovereenkomsten voor soortbescherming wordt door akkervogelvrijwilligers het gebruik van gecoat zaaigraan vaak vastgesteld, meestal onder vorm van zomertarwe die tussen 15 maart en eind mei wordt ingezaaid (vanaf 2024 moeten deze percelen voor 1 mei zijn ingezaaid). 

Moeten we ons eigenlijk zorgen baren dat akkervogels hiermee rechtstreeks blootgesteld worden aan diverse actieve stoffen? Een eenduidig antwoord hierop hebben we niet. En in Vlaanderen vond hierover nog geen gericht onderzoek plaats. Een lezing van buitenlandse wetenschappelijke literatuur wijst alvast op een aantal bezorgdheden. We overlopen de belangrijkste bevindingen in dit artikel. 

Rode graankorrels op de akkers

Een Spaans onderzoek (Lopez et al., 2016) onderzocht de dichtheden van behandeld graanzaad dat vrij toegankelijk aan de oppervlakte lag vlak na de inzaai van wintergranen. Centraal op de akkers werden gemiddeld 11 zaden per m2 gevonden, op de kopakkers ging dat zelfs om 43 zaden per m2. Die dichtheden bleken voldoende om op een stuk akker van 6 tot 50m2 groot, dosissen van zes actieve stoffen te vinden die konden leiden tot acute of chronische vergiftiging van individuele vogels. 
 

Kiemende wintertarwe, oktober 2017

Daarnaast werd een inschatting gemaakt van de feitelijke ‘blootstelling’ waarbij tot 30 vogelsoorten werde geteld die zich kwamen voeden met behandelde zaden. Door bij ‘jachtslachtoffers’ van rode patrijs de krop en maaginhoud te onderzoeken, werd bij een derde van de steekproef residus van actieve stoffen gevonden in krop en maag.  Niet onbeduidend als je weet dat het winterdieet van patrijzen tussen oktober en februari voor zo'n 50% uit granen bestaat. 

De studie uit 2016 trok op basis van deze veldproeven en na analyse van voorgaande toxicologische studies aan de alarmbel: vanuit een soortbeschermingslogica vormt de massale blootstelling aan gecoat zaaigraan eigenlijk een onaanvaardbaar risico voor akkervogels. De auteurs pleiten voor een strenger beoordelingskader waar wel of niet behandeld zaaigoed kan worden gebruikt, samen met specifieke technische maatregelen om eventuele blootstelling te minimaliseren.

 

Impact op voortplanting 

De blootstelling van akkervogels aan gecoat zaaigraan documenteren is één zaak. Maar wat betekent dit voor de akkervogels zelf? De labo-studies van gewasbeschermingsproducenten buigen zich zelden over reële praktijkcases. Twee jaar later stelden opnieuw Spaanse onderzoekers (Lopez et al., 2018) deze vraag centraal in een onderzoek naar de effecten op broedsucces van patrijzen die blootgesteld werden aan Flutriafol-behandelde graanzaden, een systemische fungicide die als coating wordt toegepast. 

In gevangenschap gehouden rode patrijzen werden gedurende 25 dagen gevoed met respectievelijk 0%, 20% en 100% behandeld zaaigoed. Tal van parameters werden onderzocht. Daarbij werd vooral een verminderde voortplanting vastgesteld in de blootgestelde groepen: hun nesten bevatten minder (vruchtbare) eieren met tot 50% minder kuikens. Op conditie en immuniteit van jongen werden geen onmiddellijke effecten vastgesteld. 

Bij soortgelijk onderzoek (Lopez et al., 2020) werd de impact van Tebuconazol, ook een systemische fungicide, onderzocht op fysiologie en voortplanting van rode patrijs. De blootstelling eindigde 60 dagen voor het leggen van het eerste ei, maar beïnvloedde voor de testgroep met hoogste dosering alsnog de voortplantingsresultaten (23% minder uitgekomen eieren en helft van legselgrootte).


Bron figuur: Lopez et al., 2018

 

Bezorgde Britten

Ook aan de overkant van het Kanaal vond gelijkaardig onderzoek (Lennon et al., 2020) plaats. De Britten publiceerden over veldproeven op pas ingezaaide wintergranen, deze keer behandeld met de neonicotinoide ‘clothianidin’. De patronen van blootstelling aan akkervogels tijdens de inzaaiperiode werd goed gedocumenteerd. Op 39 percelen werden de dichtheden van toegankelijke zaden gemonitord en werd consumptie door akkervogels met cameravallen opgevolgd. Ongeveer een derde van de vastgestelde vogelsoorten (en de helft van de getelde vogels) op en rond de proefakkers ging ook daadwerkelijk eten van de zaden. In bloedstalen van 11 soorten akkervogels werd nadien de actieve stof clothianidine gevonden.  
 

Bron figuur: Lennon et al., 2020

Met cameravallen zagen onderzoekers de helft van de getelde vogels op pas ingezaaide percelen eten van gecoate zaden. In bloedstalen van 11 soorten akkervogels werd nadien clothianidine terug gevonden.

 


Twee jaar later publiceerden Britse onderzoekers (de Montaigu et al., 2022) over een veldstudie waarbij blootstelling aan met ‘fludioxonil’ behandeld zaaigoed van wintertarwe werd onderzocht. Ook hier werden dichtheden na het inzaaien gemeten van gemiddeld 7,14 zaden per m2 op de dag van het zaaien. Met cameravallen kon de ingenomen dosis per vogelsoort in één voermoment berekend worden alsook of ze die dag exclusief behandeld zaad aten. Terwijl de actieve stof Fludioxonil uit de veldproef eerder een laag risico leek te vormen voor vogels, was het vooral de extrapolatie van de resultaten naar 19 andere type zaadcoatings die de onderzoekers grote zorgen baarde. 

Er werd immers aangenomen dat zaadgoed met een ander type coating gelijkaardige consumptiesnelheden zou vertonen. Op die manier zouden andere neonicotinoïden zoals imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam het grootste risico kunnen vormen voor zaadetende vogels. Zo zou bijvoorbeeld een vink aan gelijke consumptiesnelheid zo’n 63% van de ‘LD50’ (de dosis actieve stof die 50% kans geeft op dood) van imidacloprid kunnen consumeren in één voermoment, en zo’n 370% in één dag. 
 

Wat de onderzoekers zorgen baarde was de aanname dat zaaigraan, behandeld met gevaarlijkere actieve stoffen, gelijkaardige consumptiesnelheden zou vertonen en daarmee een groot risico vormt voor zaadetende vogels


Risico’s van blootstelling blijven onvoldoende onderzocht

In de eerste plaats documenteert het gevoerde onderzoek op ontegensprekelijke manier dat door een gangbare landbouwpraktijk, met name het inzaaien van wintergranen, grote hoeveelheden behandeld zaaigraan bereikbaar blijven voor wilde dieren. We weten daarnaast ook dat deze daadwerkelijk worden gegeten door een breed scala aan soorten, waaronder ook akkervogels als patrijs, geelgors en grauwe gors - vogels waar in Vlaanderen een soortbeschermingsprogramma voor loopt. Net omdat tijdens de winterperiode grote arealen andbouwgrond worden ingezaaid terwijl deze akkervogels op zoek zijn naar wintervoedsel, vormt deze blootstelling een niet zomaar te negeren risico. 

 

Net omdat tijdens de winterperiode grote arealen landbouwgrond worden ingezaaid met graan terwijl akkervogels op zoek zijn naar wintervoedsel, vormt deze blootstelling een niet zomaar te negeren risico.

Veldleeuwerik op zoek naar wintervoedsel

Het aantal specifieke actieve stoffen dat tot nog toe onderwerp is geweest van veldonderzoek is eerder beperkt. Ook de gemeten blootstelling en opname is variabel van veldproef tot veldproef. Maar desondanks tonen de studies overtuigend aan dat akkervogels kwetsbaar kunnen zijn voor zaadcoatings, met onder meer gevolgen voor hun voortplantingssucces. Het is de extrapolatie naar andere types zaadcoating die daarom de meeste zorgen baart. Naast impact op  impact op voortplanting zouden ook subletale en dodelijke effecten kunnen bestaan voor bepaalde stoffen, zeker na chronische blootstelling gedurende meerdere weken. De vier studies besluiten eensgezind dat een uitgebreide risicoanalyse zich opdringt bij het gebruik van dergelijke systeempesticiden én dat vervolgonderzoek nodig is. 

En wat met graancoatings en akkervogels in Vlaanderen?

In 2018 al trok het themanummer ‘akkervogels’ van Natuur.Oriolus een eerste keer aan de alarmbel. In het artikel van Foppen et Al werd op basis van literatuuronderzoek een overzicht geschetst van directe en indirecte risico’s van gewasbescherming op akkervogelsoorten. De auteurs vonden opstapelend bewijs van algemene patronen van indirecte ecosysteem-effecten van pesticiden maar botsten ook op ontbrekend onderzoek. Toch vonden zij het ‘afwachtend verschuilen achter nog uit te voeren onderzoek aan de lange-termijn effecten van specifieke pesticiden op specifieke vogelsoorten niet te verantwoorden. In hun pleidooi stond het voorzorgprincipe centraal: sta pesticiden alleen toe nadat niet alleen in het laboratorium maar ook in het veld is aangetoond dat uitspoeling en ‘non-target’ effecten geen rol van betekenis spelen.
 

Geelgors op beheerovereenkomst faunavoedselgewas, maart 2013

 

 

Jaren geleden trok Werkgroep Grauwe Gors aan de alarmbel over het gebruik van onbehandeld zaaigoed nadat fouragerende akkervogels werden gezien op pas ingezaaide beheerovereenkomsten

 


Op het akkervogelsymposium van 2017 in Leuven en nadien in hetzelfde themanummer 'akkervogels' van Natuur.oriolus trokken vrijwilligers van Werkgroep Grauwe Gors voor de eerste keer in Vlaanderen aan de alarmbel met betrekking tot blootstelling van akkervogels aan behandeld zaaigoed. Zij hadden immers al kunnen vaststellen dat soorten als geelgors en grauwe gors foerageren op pas ingezaaide beheerovereenkomsten ‘faunavoedselgewas’ van VLM. Omdat deze beheerovereenkomsten vaak grote groepen akkervogels aantrekken tot vlak voor de herinzaai, is het aannemelijk dat blootstelling aan doelsoorten van deze beschermingsmaatregelen mogelijk nog groter is dan die van de besproken studies. Het artikel gaf de Vlaamse Landmaatschappij de aanbeveling mee om voortaan voor dergelijke beheerovereenkomsten enkel gebruik van onbehandeld zaaigraan toe te laten.

Vandaag krijgen landbouwers van VLM weliswaar het advies om met onbehandeld zaaigoed te werken, een bindende voorwaarde is het nog steeds niet. Omdat het verkrijgen van onbehandeld zaaigoed voor zomergranen voor een landbouwer vaak meer inspanningen en middelen vergt dan behandeld zaaigoed, zien akkervogelbeschermers in de praktijk deze beheerovereenkomsten toch vooral met gecoate granen ingezaaid worden. Het loont de moeite om die drempel voor landbouwers te verlagen zodat minstens op natuurmaatregelen dergelijke blootstelling niet meer kan plaatsvinden.
 

Landbouwers krijgen het advies om voor faunavoedselgewas  met onbehandeld zaaigraan te werken. Omdat dat meer inspanningen en middelen vraagt, zien akkervogelbeschermers deze beheerovereenkomsten toch vooral met gecoate granen ingezaaid worden

 

Vrij beschikbaar gecoate granen op pas ingezaaide beheerovereenkomst 'faunavoedselgewas'


Onderzoek ook in Vlaanderen gewenst

De wetenschappelijke inzichten uit het buitenland bieden in de eerste plaats misschien voer voor discussie maar evenzeer roepen ze vanuit een voorzorgsprincipe op tot actie. Als met gerichte maatregelen de impact van zaadcoatings op akkervogels kan worden beperkt, komen ook hun hersteldoelen uit soortbeschermingsprogramma's meer in bereik. Tegelijk vindt Vzw Veldwerk het belangrijk dat Vlaamse onderzoeksinstellingen wat actiever aan de slag gaan in onze meest kansrijke akkervogelgebieden om daar met gericht onderzoek meer kennis op te bouwen over directe en indirecte relaties tussen gebruik van gewasbescherming en broedsucces van kwetsbare soorten . Bij uitbreiding kan zulke informatie overheden en landbouwers ook helpen om doelgerichter akkervogels te beschermen en beheermaatregelen zo nodig bij te sturen. 

 


 

 

Bronnen:

A. Lopez-Antia et al. (2016) Risk assessment of pesticide seed treatment for farmland birds using refined field data J. Appl. Ecol.

A. Lopez-Antia et al. (2018). Brood size is reduced by half in birds feeding on flutriafol-treated seeds below the recommended application rate. Environmental Pollution. 10.1016/j.envpol.2018.08.078. 

A. Lopez-Antia et al. (2020). Birds feeding on tebuconazole treated seeds have reduced breeding output. Environmental Pollution. 271. 116292. 10.1016/j.envpol.2020.116292. 

Lennon et al. (2020). From seeds to plasma: Confirmed exposure of multiple farmland bird species to clothianidin during sowing of winter cereals. Science of the Total Environment, 138056. 

de Montaigu et al. (2022). Field evidence of UK wild bird exposure to fludioxonil and extrapolation to other pesticides used as seed treatments. Environmental Science and Pollution Research. 29. 10.1007/s11356-021-17097-y. 

Foppen et al. (2018). Invloed van pesticiden op boerenlandvogels. Is de bewijsvoering rond?. Natuur.Oriolus 84. 

Verdonckt et al. (2018). De zwanenzang van de Grauwe Gors in Vlaanderen. Themanummer akkervogels Natuur.oriolus 84 

Themanummer akkervogels Natuur.oriolus 84

 

Tekst: Freek Verdonckt
Foto's: Freek Verdonckt, Remar Erens

Cookies

Deze website maakt mogelijk gebruik van cookies die u in staat stellen om uw ervaring op onze site te personaliseren, ons te vertellen welke delen van onze website mensen hebben bezocht en ons inzicht te geven in het gebruikersgedrag, zodat we onze communicatie en producten kunnen verbeteren.

Instellingen   Info  

OK

Instellingen

Deze cookies zijn essentieel om u in staat te stellen door onze website te bladeren en de functies te gebruiken.
Deze cookies maken het mogelijk informatie op te slaan die de manier waarop een website zich gedraagt of eruitziet verandert, zoals instellingen voor uw voorkeurstaal of regio.
Deze cookies verzamelen informatie over hoe u onze website gebruikt. Deze cookies worden ook gebruikt om affiliates te laten weten of u via een affiliatie naar een van onze websites bent gekomen. Alle informatie die deze cookies verzamelen, wordt geaggregeerd en daarom anoniem.

Info most common cookies

Cookie Name  Value  ExpiresTypedescription