Een ontmoeting met een blauwe kiekendief is altijd bijzonder. Het is een intrigerende roofvogel die we in Vlaanderen vooral kennen als wintergast. We zien hen dan laag boven akkers of weilanden in open landschappen jagen. Dat doen ze met hun karakteristieke vlucht: vleugels in lage V-vorm, afwisselend actief vliegend of zwevend en vaak met lijf en kop kantelend om het stoten naar prooien makkelijker te maken.
Blauwe kiekendieven zijn ongeveer even groot als een buizerd maar lijken er bijlange niet op. Ze ogen eleganter met hun lange vleugels en staart en vliegen ook sierlijker. Blauwe kiekendieven vertonen - net zoals andere kiekendieven - seksueme dimorfie. Dat dure woord betekent eigenlijk dat het verenkleed van man en vrouw van éénzelfde soort aanzienlijk kan verschillen.
Het verenkleed van juveniele vogels lijkt enigszins op dat van volwassen vrouwtjes maar is rosbruiner van kleur. Bij beiden is de witte stuit heel goed zichtbaar, heel vaak is dat het eerste wat je opvalt wanneer je ze in het veld ziet vliegen. Kiekendieven herkennen en op leeftijd en geslacht brengen in het veld kan een hele uitdaging zijn, zelfs voor ervaren vogelkijkers.
Broedvogel van bij ons?
In Vlaanderen staat de blauwe kiekendief, naast courante wintergast en doortrekker, geregistreerd als zéér onregelmatige broedvogel. Al zou het wel eens kunnen dat broedgevallen soms onder de radar blijven. De schaarse broedgevallen van de voorbije twintig jaar zijn met een portie geluk en veel engelengeduld teruggevonden in kleine bossen temidden van akkerland. Het loont zeker de moeite om broedverdachte blauwe kiekendieven in het voorjaar met extra aandacht in het oog te houden. In Wallonie leidde die verhoogde aandacht tot het bijstellen van zijn status als broedvogel met momenteel minstens 30 broedparen, voornamelijk in grote boscomplexen en nu en dan in graanakkers en raaigras. Ook daar is enig voorbehoud nodig over de schatting. Territoria van blauwe kiekendieven vinden is er vaak zoeken naar een naald in hooiberg.
In Nederland is de blauwe kiekendief als broedvogel sinds de jaren ’90 (nadat de populatie in 1992 haar piek bereikte van zo’n 140 broedparen) dramatisch achteruit gegaan. Ook de broedclusters in de Waddeneilanden (waar gebroed werd in duincomplexen) zijn ondertussen quasi verdwenen. In 2013-15 ging het nog maar over 10 à 14 broedparen en in 2022 bleef daar amper een handvol van over op de Waddeneilanden en in de Groningse akkers.
Een mogelijke verklaring voor de sterke afname zou een veel te lage overleving zijn van jonge vogels. Toegang tot voedsel blijft voor blauwe kiekendief een enorm probleem, ook in de andere Europese regio’s waar de soort broedt zijn de laatste berichten weinig rooskleurig. Daarnaast wordt blauwe kiekendief nog veel te vaak slachtoffer van illegale bestrijding. In het Verenigd Koninkrijk wordt de soort er als concurrent voor de jacht op sneeuwhoen gezien, wat al meermaals heeft geleid tot afschot. Ook in Wallonië zijn gevallen bekend van afschot.
In tegenstelling tot grauwe en de meeste bruine kiekendieven, trekken blauwe kiekendieven in de winter niet naar Afrika. Broedvogels uit Scandinavië en Rusland bewegen wel - vaak onder impuls van weersomstandigheden en beschikbaarheid van voedsel, maar blijven doorgaans in Europa. Zenderonderzoek moet ons nog veel leren over de mobiliteit van de soort. In Vlaanderen wordt het aantal overwinteraars geschat op enkele honderden vogels. Dat varieert van jaar tot jaar en hangt in grote mate af van de beschikbaarheid aan stapelvoedsel, vooral muizen. S'winters vinden we blauwe kiekendieven terug in zowel akker- als grasland in landbouwgebruik als in natuurlijke habitats zoals kwelders. Met de toename van muizenrijke beheerovereenkomsten worden ze ook vaak daar jagend waargenomen.
Nog zoiets fascinerend is hoe blauwe kiekendieven in de winter een pak socialer worden. In de broedtijd gedragen ze zich territoriaal en zullen ze elke concurrent of vijand belagen, in de winter troepen ze samen op slaapplaatsen, soms wel met tientallen vogels bij elkaar. Het is indrukwekkend om op een half uurtje tijd zoveel kiekendieven te zien binnenglijden op een slaapplek waar ze zich in groep veiliger voelen dan alleen. Overdag is het terug ieder voor zich tijdens het voedsel zoeken. Het dieet van blauwe kiekendief varieert van kleine gewervelde dieren zoals woelmuizen over grote insecten tot kleine zangvogels. Niet zelden zie je s’winters een blauwe kiekendief recht een groep graspiepers of veldleeuweriken induiken in de hoop er één te kunnen strikken.
Tekst en foto's: Freek Verdonckt
Illustratie: Nicolas Van Overmeeren