Vlaanderen keerde in 2023 maar liefst 423 miljoen euro aan landbouwsubsidies uit, maar slechts een beperkt deel daarvan draagt echt bij aan een gezondere leefomgeving. Uit een recente studie van de UGent, in opdracht van Bond Beter Leefmilieu, blijkt dat slechts 13% van de steun terechtkomt bij maatregelen met een aantoonbaar positief effect op milieu en biodiversiteit.
De verdeling van de steun toont een duidelijke scheeftrekking: het kwart grootste landbouwbedrijven ontvangt bijna de helft (46%) van alle subsidies, terwijl het kleinste kwart van de landbouwers samen nog geen 8% krijgt.
Dat komt doordat het overgrote deel van de steun – de zogenaamde basisinkomenssteun – wordt berekend op basis van het aantal hectares grond. Wie veel land bezit of bewerkt, krijgt dus ook meer steun, los van de werkelijke nood aan inkomensondersteuning of de milieuprestaties van het bedrijf.
Dit systeem bevoordeelt grootschalige bedrijven, terwijl kleinere en meer arbeidsintensieve landbouwbedrijven – die doorgaans sterker inzetten op biodiversiteit, akkerranden en natuurinclusieve landbouw – soms uit de boot vallen. Bovendien draagt deze hectaregebonden steun bij aan stijgende grondprijzen en bemoeilijkt ze de toegang tot landbouwgrond voor jonge of nieuwe landbouwers.
VZW Veldwerk stelt op terrein ook vast dat elke m² grond maximaal geregistreerd wordt als teeltoppervlakte, inclusief kleine ecologische structuren zoals graften, taluds en houtkanten. Omdat deze structuren niet of nauwelijks financieel worden gewaardeerd, verdwijnen ze logischerwijs geleidelijk uit het landschap. Onderstaande graft rendeert voor de boer enkel als deze verdwijnt om zo de productie en tegelijk de subsidiabele oppervlakte van het perceel te verhogen. Het huidige beleid beloont zo onbedoeld het verlies van biodiversiteit, in plaats van het behoud ervan — de wereld op zijn kop.

Het huidige beleid beloont voornamelijk productieve investeringen, zoals de bouw van nieuwe stallen of de aankoop van technologische installaties. Die investeringen kunnen weliswaar leiden tot een relatieve daling van emissies, maar ze gaan vaak gepaard met een capaciteitsverhoging en extra schulden, waardoor landbouwbedrijven vastzitten in een “technologische lock-in”.
De zogenaamde niet-productieve investeringen – projecten die het landschap, de bodem en biodiversiteit verbeteren, zoals heggen, bloemenranden of poelen – krijgen daarentegen bijna honderd keer minder steun. In 2023 werd amper 0,96 miljoen euro uitgekeerd aan zulke natuurgebaseerde maatregelen, terwijl net die een veel grotere positieve impact hebben op milieu, waterkwaliteit en akkervogels.
Een positief voorbeeld binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is de ecoregeling ‘Eenjarige ecoteelten’. Via deze maatregel ontvingen ruim 2.500 landbouwbedrijven steun voor faunavriendelijke hoofd- en nateelten. Mits goed toegepast dragen deze teelten effectief bij aan het herstel van akkervogels, bestuivers, en aan een betere bodemkwaliteit. Zie daarover ons eerder artikel Ecoregeling 'faunamengsel' uitgespit.
Ze verminderen de nood aan meststoffen en pesticiden, en kunnen zo bijdragen aan een landbouwsysteem dat minder afhankelijk is van externe inputs en beter aansluit bij de natuurlijke draagkracht van het landschap.
Bond Beter Leefmilieu en verschillende natuur- en landbouworganisaties pleiten daarom voor een fundamentele heroriëntering van de landbouwsubsidies.
Publieke middelen moeten niet langer worden verdeeld op basis van grondbezit, maar op basis van concrete resultaten voor natuur, klimaat en biodiversiteit. Een resultaatgebaseerde betaling kan landbouwers belonen voor bewezen milieuwinsten – bijvoorbeeld het herstel en behoud van permanente structuren of het verhogen van de bodemkwaliteit – en tegelijk zorgen voor meer inkomenszekerheid.
Daarnaast is er nood aan meer ondersteuning en advies en het wegnemen van drempels voor natuurgebaseerde investeringen. Alleen zo kunnen we evolueren naar een landbouw die zowel economisch leefbaar is als ecologisch veerkrachtig.
Voor akkervogels – zoals de Veldleeuwerik, Patrijs en Geelgors – is die omslag van levensbelang.
Een eerlijker landbouwbeleid met meer ruimte voor natuur en samenwerking tussen landbouwers biedt de beste garantie op een toekomst waarin landbouw en biodiversiteit elkaar versterken.
Lees het volledige artikel van Bond Beter Leefmilieu: 423 miljoen aan Vlaamse landbouwsubsidies dragen amper bij aan gezonde leefomgeving
Download de UGent-studie: Analyse van de financiële stromen naar de Vlaamse landbouw